Kinderen met autisme staan anders in de wereld. Het is voor ouders soms heel moeilijk om na te gaan wat je kind denkt, voelt, weet, …
Omwille van problemen in sociale interactie, communicatie en verbeelding nemen ze de dingen rondom hen op hun persoonlijke manier op. Weet daarbij dat de beleving van het ene kind met autisme danig kan verschillen van deze van een ander kind. Als ouder is het dus van belang de patronen van je eigen kind te leren kennen.
Gewoontes en patronen leren kennen kan bij kinderen met autisme soms heel makkelijk verlopen. Door een gebrek aan verbeelding vallen heel wat kinderen met autisme terug in vaste patronen, routines. Elke avond moet op eenzelfde manier verlopen, de groenten en het vlees op het bord mogen elkaar niet raken, ….
Maar het kan soms zijn dat deze patronen verstoort geraken. Dat het kind toch op een andere manier reageert dan je verwacht. Dit kan heel wat verschillende oorzaken hebben, enkel je kind weet waarom hij zo reageert. Het is echter vaak niet in staat om te zeggen waarom hij zo reageert, omdat de wereld hem letterlijk overkomt. Als ouder is het op deze momenten van belang om het kind woorden aan te reiken.
Hieronder een aantal tips:
- Rust de basis van alles:
Ga niet dadelijk met je kind aan de slag. Laat het eerst ‘afkoelen’ en geef het een time-out. Deze time-out is geen straf, het is een moment om terug een basisrust te bekomen. Voor het ene kind betekent rust zich afsluiten op een kamer, de andere speelt met lego of luistert muziek. Biedt deze rustbrengers actief aan op deze momenten en gebruik ze niet als straf.
- Zit rond de tafel:
Nodig je kind uit om samen over de situatie te praten. Vraag het niet waarom het zo gehandeld heeft, maar ga samen op zoek naar wat er nu echt gebeurd is, los van zijn beleving.
- Pen & papier:
Voor mensen met autisme is pen en papier van levensbelang. De taal gaat voor hen vaak te snel. Door alles neer te pennen, worden de woorden concreet en kan het kind zijn gedachten geordend zien.
- Vragen stellen:
Je duwt als het ware de contextknop in. Samen met je kind herbeleef je de hele situatie en teken je ze op papier. Enkel op deze manier kan het zich een echt beeld vormen van dat moment. Let er hierbij op dat je open en gesloten vragen afwisselt en dat je kind niet verdwaalt in zijn verhaal.
- Wie?
Wie was er bij het conflict allemaal aanwezig? Wie zat er allemaal in de klas, wie was er thuis aanwezig, waren er veel vreemde mensen? Waar stonden deze personen?
- Waar?
Waar was je op dat moment? Was het daar donker? Was er veel lawaai?
- Wat?
Wat was je aan het doen? Wat had je vast? Wat gebeurde er toen?
- Wanneer?
Wanneer is dat gebeurd? Wat was je aan het doen? Gebeurde het daarna?
Waarom?
Dit is een te grote vraag waar je kind nooit kan op antwoorden. Ontrafel ze door de Wie, wat, waar, wanneer vragen. Dan kom je ook op een waarom 😉
Samenvatten: Vat op regelmatige basis samen wat je al weet. Vergeet niet te controleren en te verifiëren bij je kind. Hebben jullie echt hetzelfde idee en interpretatie?