Ritueel gedrag
Al sinds hij nog klein is, vindt mijn neefje vlees ronduit walgelijk. Hij wilt het niet ruiken, niet aanraken, laat staan opeten. Hij wilt geen borden aanraken waar eerder vlees op heeft gelegen. Mijn neefje vindt vlees zó vies dat hij niet met je wilt praten als je vlees gegeten hebt. Zelfs als hij het je niet heeft zien doen. Hij kan het namelijk ruiken in je adem. Zijn afkeer voor vlees geldt overigens niet voor bepaalde kroketten of ‘kipnuggets’. Technisch gezien is dit geen vlees, vindt mijn neefje. Dit feit wordt overigens niet tegengesproken, omdat hij het dan waarschijnlijk niet meer zal willen eten. Hij lust al zo weinig… Als we terugkijken waren er, naast zijn voorkeuren voor bepaald eten, meer aparte voorkeuren of hardnekkige gewoonten bij mijn neefje te zien. Op het gebied van slapen, eten, drinken, kleding en hobby’s gaat bij hem alles anders dan bij zijn broertjes. Radeloos kun je daar als ouder van worden. Na een conflict op school of in de supermarkt heb je het gevoel dat je je moet verantwoorden. Je gaat aan jezelf twijfelen. Zeker als een diagnose nog niet heeft bevestigd wat je al weet: bij mijn zoon gaat het op de één of andere manier allemaal anders.Je verzetten of er maar in meegaan?
Deze blog zou de omvang van een roman krijgen als ik al zijn voorkeuren en rituelen zou omschrijven. Het is interessanter om te vertellen wat voor effect zijn gedrag heeft op de omgeving. Er zijn voor de omgeving namelijk maar twee keuzes. Slechts twee manieren om met zijn rituelen om te gaan: of je verzet je er tegen of je gaat er toch maar gewoon in mee. Het voorbeeld van de ‘kotskroketten’ is helaas niet uniek. Het is tientallen keren eerder gebeurd. Het had ook kunnen gaan over de achtergebleven groene stukjes in de tomatensoep. Hoe goed zijn oma de soep ook zeeft: mijn neefje vindt met zijn tong vaak nog wel wat stukjes die er volgens hem niet in thuishoren. Dit ben je wel eens ontzettend beu. Wat maakt het nou toch uit? Eet gewoon op. Maar dan ga je er vanuit dat mijn neefje wel water bij de wijn zal doen. Je weet wel beter: dat gebeurt niet en hij kan er niets aan doen.Meerdere maaltijden op tafel
Mijn ouders geven daarom -omwille van de gezelligheid- regelmatig toe. Ze bereiden bijvoorbeeld drie maaltijden klaar als de kleinkinderen bij hen komen eten. Zelfs doordeweeks. Mijn ouders duiken zonder probleem de keuken weer in als de jongens iets niet lekker vinden. Een extremer voorbeeld zijn de logeerpartijtjes. Mijn neefje vond het vroeger zo eng om alleen te slapen dat hij een lange tijd tussen zijn opa en oma insliep. Het állerfijnste vond mijn neefje het als oma verkaste naar de logeerkamer. Dan had hij het rijk -met zijn opa- alleen. Hier werd wel eens aan toegegeven.Gaat dit te ver?
Is dat erg? Gaat dit te ver en maakt mijn neefje niet teveel de dienst uit? Mensen die niet dagelijks dealen met autisme kunnen zich bovenstaande voorbeelden wellicht moeilijk voorstellen. Je groeit er echter zo met zijn allen in. Op woonvoorzieningen heb ik meegemaakt dat kinderen die net bij ons woonden pas de taxibus instapten als er eerst een zestig-minuten-durende-riedel van meerdere rituelen werd uitgevoerd. Zo probeerden ouders hun kinderen toch hun bed uit te krijgen toen ze nog thuis woonden. Iedere week werd er een extra ‘Kiekeboe!’ of ‘Ra, ra, ra, wie is daar?’ aan de riedel toegevoegd. Je kan de neiging krijgen om over deze kinderen en hun ouders te oordelen. Hoe kun je het nou zo uit de hand laten lopen? Maar nogmaals: Ik weet nu dat je –zeker als er sprake is van beperkte steun uit de omgeving- hier zo met het gezin in verzeild kan raken. Op de woonvoorziening is er de volgende dag weer een andere collega die het kind uit bed kan halen. Thuis sta je er iedere dag alleen voor.Achter het blokje kijken
Maar hoe dan wel? Hoe besluit je om wel of niet mee te gaan in bepaald ritueel gedrag? Onderstaande metafoor van Mardi van Groesen kan wellicht helpen bij het maken van keuzes: Kijk eerst naar het effect van je handelen. Bereik je ermee wat je wíl bereiken?In het leven sta je dagelijks voor hindernissen en obstakels. Iedereen gaat hier anders mee om. Sommige mensen geven gemakkelijk toe. Anderen bieden tegengas. Sommige mensen zijn gewend om obstakels in hun leven meteen uit te schakelen. Vergelijk het met Bruce Lee die een houten blok voor zijn neus heeft. Hij beschikt over voldoende kracht om dit blok met één klap door midden te slaan. Kun je doen. Maar soms vind je achter het houten blokje echter niet wat je had gehoopt. Een vijandige confrontatie met je baas zal je vast niet helpen aan een gewilde promotie. De nonchalante houding van een manager zal niet iedere medewerker aansporen om meer verantwoordelijkheid op zich te nemen. Bij de aanschaf van kroketten geen rekening houden met het juiste merk, zoals in de inleiding, zal je niet helpen bij het verkrijgen van meer gezelligheid aan tafel. Ook al vind je het stiekem onzin. Wat de omgeving van mijn neefje zich realiseert is dat het loont om –in tegenstelling tot Bruce Lee- niet meteen het blok door midden te slaan, maar er eerst ‘achter te kijken’. Welk effect beoog je eigenlijk met je handelen? Wat is je doel en bereik je je je doel op deze manier? Bron: https://nl.linkedin.com/in/mardi-van-groesen-van-den-diepstraten-48a989a