Geluk, goed voelen en welbevinden, dit zijn zeldzame onderwerpen wanneer men praat over personen met autisme. Maar dit laat niet weg dat ook bij deze groep deze onderwerpen heel belangrijk zijn. Hiervoor zijn vaak meerdere zaken nodig om dit te kunnen bevorderen. Autisme wordt in hoofdzaak benaderd vanuit het negatieve. Eerder dan ons te concentreren op het tekort aan emotioneel welbevinden zouden strategieën om het geluksgevoel te stimuleren beter werken, schrijft Peter Vermeulen (Autisme Centraal) in zijn artikel ‘the practice of promoting happiness in autism’, verschenen in de bundel ‘Good Autism Practice: autism, happiness and wellbeing’ De focus op succes versus de focus op goed gevoel.
Het artikel start dan ook vanuit de vaststelling over het emotioneel welbevinden in ondersteuning en onderzoek dat zich richt op personen met autisme weinig of geen aandacht krijgt.
Van hieruit starten wij graag ook ons artikel over het belang van geluk, goed gevoel en emotioneel welbevinden te bevorderen bij personen met autisme. De doelmatigheid of goede uitkomst wordt eerder beoordeeld vanuit de veronderstelling dat succes in het leven en geluk voortvloeit uit een grote onafhankelijkheid en dito aanpassingsvermogen. Iemand die studies beëindigt waar hij weinig mee kan, een vaste baan vind, waarvan hij braakt, met veel kennissen, maar met een catastrofaal leven zonder vaste referentiepunten, wordt doorgaans succesvoller beschouwd dan iemand met veel ondersteuning, die veel thuis is en vrijwilligerswerk doet, maar die tal van dingen kan doen die hij zelf leuk vind.
Hierin verschillen wij van mening. De overvloed aan vrije tijd kan ook het tegenovergestelde effect teweeg brengen en het stimuleren van eenzaamheid, verveling. Dit is dan ook nefast voor het emotionele welbevinden bij personen met autisme. Uit eigen ervaring gesproken is wel degelijk gebleken dat een goede daginvulling, structuur en stabiel netwerk een basis zijn naar een beter emotioneel welbevinden.
Personen met autisme die zich hierin kunnen plaatsen ervaren de rust van structuur en invulling. Vanuit deze rust ontstaat het emotioneel verbeteren van eigen geluk of goed gevoel.
In mijn onmiddellijke omgeving zie ik uiteenlopende situaties die hiervoor interessant zijn heb ik dan ook geobserveerd vanop afstand en in combinatie van de desbetreffende contacten is gebleken dat deze bovenstaande punten belangrijk zijn maar niet voor elke persoon met autisme een evidentie zijn.
Deze contacten zijn uitersten in context en omgeving. Bij een aantal van hen is een heel nauw hulpverleningsnetwerk verbonden en is het ook duidelijk zichtbaar dat ze hierbij wel de juiste professionele hulpverlening krijgen, maar tekort komen aan geluk, goed gevoel door eigen succeservaringen die achterwege blijven. Als we dit vergelijken met de contacten die minder hulpverlening hebben en dan ook heel wat zaken zelf dienen aan te pakken gelukkiger zijn door de kleine succeservaringen die ze beleven.
Door de dagdagelijkse zaken waar elke persoon mee te maken krijgt in zijn / haar dagelijkse leven. Maar laat me dan ook wel duidelijk stellen dat wij ook overtuigd zijn van de professionele hulpverlening die zeker aangewezen is bij heel wat personen met autisme. Maar doordat autisme te vaak vanuit het negatieve benaderd wordt heeft dit een invloed op elke persoon met autisme. Hierin merken zij dat personen waarmee zij in contact komen vaak te terug houdend, angstig zijn voor personen met autisme. Hierin ontbreekt dan ook het inzicht dat personen met autisme in het globale gegeven informatie anders verwerken en beleven. Door hierin correct om te springen met basisprincipes kan men bijdragen aan het geluk, goed gevoel en emotioneel welbevinden van personen met autisme. In eerdere berichten kwamen wij hierop terug. Je kan dit artikel ook steeds hier nalezen.
Hierdoor ervaart men minder negatie emoties. Door duidelijkheid, voorspelbaarheid en structuur.
Tot slot zou ik toch wijzen op een valkuil, namelijk dat geluk, welbevinden en goede gevoelens mogelijks te weinig geïntegreerd worden met de volledige persoon met autisme en diens leven. Ik zou ze, zoals Peter Vermeulen in zijn presentatie rond welbevinden (maar niet in het artikel) stelt, situeren in samenhang met andere levensgebieden die een rol spelen in iemands bestaanskwaliteit, Bijvoorbeeld zoals Robert Schalock die emotioneel welbevinden oplijst in interactie met materieel welbevinden, persoonlijke ontplooiing, sociale inclusie, interpersoonlijke relaties, rechten en lichamelijk welbevinden. Uiteraard aangepast aan mensen met autisme, zoals dat het geval is bij de goed gevoel-lijst.
Een hulpverlener met een neus, oog en oor voor wat mensen met autisme ervaren, zou ik advies geven van daaruit de bestaanskwaliteit positief proberen te stimuleren. Samen en niet naast de persoon met autisme en diens omgeving. Onder andere door na te gaan wat goed loopt, welke oplossingen al werken, wat iemand met autisme goed kan en wat hem of haar een goed gevoel geeft in zijn of haar leven. Door het goede te stimuleren dus, niet enkel en zeker niet slechts door het problematische te verhinderen. Tenminste, dat is zoals ik het ervaar, en zoals het bij mij werkt.