Emoties en emotieregulatie zijn lastige thema’s voor iemand met autisme. Een vrouw met klassiek autisme – die zich op internet Iksimij noemt – vertelt in deze blog over haar worsteling met emoties en de problemen die ze ondervindt bij het reguleren ervan.
Ik vind emoties maar ingewikkelde dingen. Ze komen en gaan, er zit geen logica in, de intensiteit verschilt, ze buitelen door elkaar heen, kunnen tegenstrijdig zijn en bij iedereen zien ze er ook nog eens anders uit. Een groot deel van mijn energie gaat dagelijks op aan het herkennen (bij mezelf en bij anderen) en het reguleren van mijn emoties.
Als kind was het bovenstaande feitelijk niet haalbaar. Kinderen moeten immers hun emoties nog leren reguleren, dat is al een uitdaging, en als je autisme hebt is die uitdaging nog veel groter. Om te beginnen kon ik mijn eigen emoties niet herkennen en benoemen. Laat staan bij anderen. Kun je het je voorstellen? Dat je van alles voelt bij jezelf en ziet bij een ander maar dat je dat totaal niet begrijpt? Dat roept angst en/of paniek op. Iedereen reageert hier op zijn of haar eigen manier op. Ik reageerde of door me compleet terug te trekken of door ongewenst gedrag te laten zien. Naarmate ik ouder werd kon ik hele globale emoties wel leren herkennen en benoemen. Bij mezelf en bij anderen. Al gaat dat bij anderen wel lastig. Dat lukt alleen als ik die persoon heel goed ken en als het ware goed bestudeerd heb. Immers, als mijn moeder blij is, dan ziet dat er voor mij heel anders uit dan dat mijn vader blij is. Je begrijpt dat het voor mij ondoenlijk is om ieder mens in mijn omgeving te bestuderen. Dat doe ik dus alleen met mensen die een belangrijke rol in mijn leven spelen.
Anderzijds moet je je emoties dus leren reguleren. Maar hoe doe je dat in vredesnaam als je hoofd altijd vol zit, je vrijwel altijd overprikkeld bent en je ze niet begrijpt? Dat is iets, naast het leren herkennen van subtielere emoties, wat ik de laatste jaren pas aan het leren ben. En dat is best lastig als je al volwassen bent.
Ik ben me lang niet altijd bewust van mijn emoties. Of die van anderen. Hoe meer stress en overprikkeling, hoe minder bewust ik me er van ben. Het kan zelfs zijn dat ik me er helemaal niet meer van bewust ben. Niet bij mezelf en niet bij een ander. En dat levert ongewenst gedrag en communicatieproblemen op.
Heb ik een goede dag, dan gaat het redelijk tot goed. Zie ik emoties bij mezelf, bij anderen en kan ik iets van regulatie toepassen. Maar het evenwicht daarin is wankel.
Hoewel ik inmiddels al lang en breed volwassen ben, is emotieregulatie voor mij nog altijd een probleem. Ik schiet met het grootste gemak van het ene uiterste naar het andere. Zijn emoties tegenstrijdig dan is dat een extra complicatie. Ik kan ook, op het oog, volkomen uit het niets flippen. Emoties kunnen heel groot voelen. Zo groot dat ze groter zijn dan ikzelf. Of dat nu een fijne of onaangename emotie is maakt niet uit. Groter zijn dan mezelf voelt altijd onprettig. Al ben ik dan natuurlijk liever heel blij dan heel boos. Het voelt compleet grenzeloos en ik ga dan wanhopig op zoek naar grenzen. Letterlijk en figuurlijk. Soms gaat dat zo ver dat ik mezelf pijn ga doen (automutileren).
Hoe goed ik met mijn emoties om kan gaan, is per situatie heel verschillend. In situaties waarin ik de mensen goed ken, zelf rustig en ontspannen ben en de situatie rustig, prettig en ontspannen is, dan gaat dat me redelijk tot goed af. In andere situaties lukt dat me helemaal niet en heb ik hulp van anderen nodig.
Emoties die door een negatieve situatie en/of ervaring ontstaan, zijn het meest lastig voor mij. Ik ga wiegen (van voor naar achter), me afsluiten, ijsberen, word onrustig. Vaak raak ik dan in paniek en word angstig van wat ik ervaar. En dat kan uitmonden in een flipbui.
Ben ik juist heel blij dan ga ik flapperen, wiegen (van links naar rechts), springen, hummen (geluid maken). Echter ook dit kan uitmonden in een boze bui omdat ik het niet verwerken kan.
Voor mij is emotieregulatie dus een dagtaak waarbij hulp van anderen voor mij onontbeerlijk is.